Bij het houden van mieren komen er soms ook moeilijke woorden bij kijken. Woorden die je hier voor misschien nog nooit had gehoord. Al deze termen kunnen jullie hier terug vinden met de uitleg. Is er een woord niet duidelijk? Laat dit dan gerust weten.
Termen
- Camponotus: Reuzenmieren
- Crematogaster: Schorpioenmieren
- Formica: Bosmieren
- Founding-stage: De periode dat de koningin (nog) geen werksters heeft, als een koningin alle werksters verliest zit ze ook terug in de fouding-stage
- Lasius: Kleine schubmieren
- Majors: De soldaten van de kolonie, ze zijn groter en sterker dan de werksters
- Messor: Oogstmieren
- Monogyne: Een soort is monogyne als ze maar 1 koningin kunnen hebben
- Myrmica: Steekmieren
- Nanitics: De eerste generatie werksters van de kolonie, deze leven maar 3-4 maanden
- Polygyne: Een soort is polygyne als ze meer dan 1 koningin in een kolonie kunnen hebben
- Tetramorium: Zaadmieren
- Trophallaxis: Het voedsel doorgeven van mond tot mond bij mieren